Met ingang van 1 januari 2022 wordt de nieuwe (derde) herziene druk van de Gids Proportionaliteit van kracht. De herziening is onderdeel van een maatregelenpakket ter verbetering van de rechtsbescherming van inschrijvers bij (Europese) aanbestedingen dat op initiatief van voormalig staatsecretaris van Economische Zaken en Klimaat Mona Keijzer in gang is gezet. De herziening Gids Proportionaliteit heeft voornamelijk betrekking op rechtsverwerkingsclausules en geeft daarbij concrete handvatten voor de proportionele toepassing ervan. In deze blog zal per fase in de aanbestedingsprocedure worden beschreven welke gevolgen de herziening heeft.
Vragenronde
Met de gewijzigde Gids Proportionaliteit wordt een constructieve interactie tijdens de vragenronde van de aanbesteding gestimuleerd. Zowel de aanbestedende dienst als de potentiële inschrijver/gegadigde heeft er belang bij om in een zo vroeg mogelijk stadium duidelijkheid te scheppen over de (scope) van de opdracht en de contractdocumenten. Hierbij dient acht te worden geslagen op het evenwicht tussen enerzijds het aannemen van een proactieve houding door vroegtijdig vragen te stellen door potentiële inschrijvers/gegadigden en anderzijds een gepaste houding door de aanbestedende dienst als het gaat om rechtsverwerking. De aanbestedende dienst moet redelijke termijnen aanhouden voor het stellen van vragen en met name bij complexe overheidsopdrachten is het verantwoord om meerdere vragenronden te organiseren. Onder omstandigheden kan het verstandig zijn om vragen in behandeling te nemen ook al is de termijn voor het stellen van vragen versterken. In dit verband geeft de Gids Proportionaliteit als voorbeeld de situatie waarbij het antwoord op een vraag tot een wezenlijke wijziging van de opdracht zou leiden. Als de termijn voor inschrijving nog niet is verstreken en er is sprake van een wezenlijke wijziging, kan er rectificatie plaatsvinden. Indien na de termijn van inschrijving, sprake is van een wezenlijke wijziging, dan kan er geen rectificatie plaatsvinden en zal er heraanbesteding moeten plaatsvinden. Het verdient wel de aanbeveling om de beslissing tot heraanbesteding alsnog via de Nota van Inlichtingen kenbaar te maken, ook na het verstrijken van de termijn, met name op grond van het proportionaliteitsbeginsel.
Inschrijvingsfase
Doorgaans stelt de aanbestedende dienst eisen aan de wijze en vorm van de inschrijving om uniformiteit in de beoordeling te waarborgen. Desalniettemin kleven er nadelen aan het al te rigide vasthouden aan vormvereisten. Er worden in dit verband drie redenen dan wel voorbeelden gegeven:
- Te weinig inschrijvingen omdat de vormvereisten te hoog zijn opgeschroefd;
- De kans op fouten in de inschrijving neemt toe omdat de lat om aan de vormvereisten te voldoen te hoog ligt;
- Vormvereisten worden te belangrijk en leiden af van de inhoud.
Bovenstaande situaties schieten het doel van vormvereisten voorbij en staan eveneens op gespannen voet met het proportionaliteitsbeginsel. Mijns inziens is het vragen van een aanvullende UEA van onderaannemers van de inschrijvende ondernemer eveneens een disproportionele vormvereiste. Bij een beroep op een onderaannemer voor het uitvoeren van een deel van de opdracht blijft de inschrijvende ondernemer evenwel verantwoordelijk voor het uitgevoerde werk. Aangezien de inschrijvende ondernemer hoofdelijke aansprakelijk en verantwoordelijk is voor de uitgevoerde werkzaamheden, zal alleen hij hoeven te verklaren dat de (facultatieve) uitsluitingsgronden niet op hem van toepassing zijn.
Alcateltermijn
Het hanteren van een bezwaartermijn bij een Europese aanbestedingsprocedure levert weinig discussies aangezien deze in de Aanbestedingswet 2012 is vastgelegd. Wat weleens tot discussies leidt is de vraag of bij onderhandse procedures eveneens een termijn voor het indienen van bezwaren door afgewezen inschrijvers moet worden aangehouden. Dit leek mij meer dan logisch aangezien afgewezen inschrijvers in de gelegenheid moeten worden gesteld om op te komen tegen de gunningsbeslissing. De herziene Gids Proportionaliteit maakt een eind aan deze discussie. Direct gunnen is strijdig met het proportionaliteitsbeginsel. Het is verstandig om een termijn van minimaal zeven kalenderdagen aan te houden.
Rechtsbescherming en Klachtafhandeling
Potentiële inschrijvers/gegadigden worden aangespoord niet alleen om een proactieve houding aan te nemen bij het stellen van vragen maar eveneens bij het aan de kaak stellen van onjuistheden. Het moet duidelijk zijn dat het een klacht betreft en het moet in een zo vroeg mogelijk stadium worden ingediend bij de aanbestedende dienst. Van de aanbestedende dienst wordt ook een actieve opstelling verwacht. Zij dient inhoudelijk in te gaan op de relevante bezwaren die zijn gemaakt en deze te voorzien van een duidelijk en onderbouwd antwoord. Het op voorhand uitsluiten van de opschortende werking van een bezwaar is disproportioneel en is niet toegestaan. Onder omstandigheden is het proportioneel om – nadat de voorlopige gunning heeft plaatsgevonden – bezwaren in behandeling te nemen die betrekking hebben op informatie die pas bij het voornemen tot gunning is verkregen. Verder wordt in de Gids Proportionaliteit aandacht gevraagd voor een het instellen van een “klachtenloket” in het kader van professionele aanbesteding. In de huidige klachtenregeling is het instellen van een klachtenloket op basis van de Aanbestedingswet 2012 facultatief. In een wetsvoorstel dat noopt tot aanpassing van deze wet zal het instellen van een onafhankelijk klachtenloket worden verplicht.
Wilt u als overheidsorganisatie uw inkoopbehoefte verkennen of het clusteren van uw opdracht(en) onderzoeken? Onze experts inkoop publieke domein helpen u graag!
Over de schrijver
Isaac Mensah ondersteunt overheidsorganisaties met (complexe) inkoopkwesties. Hij is expert op het gebied van inkoop in de bouw & infra en van facilitaire zaken.
Hij werkt als inkoopconsultant en contractmanager. Momenteel is hij actief bij twee grotere gemeenten en begeleidt hij diverse Europese aanbestedingen.