De Wmo als kaderwet biedt beleidsvrijheid en ruimte aan gemeenten. Zodanig, dat ik tot de conclusie kom dat er behoorlijke verschillen kunnen bestaan in beleid en in de indicatiestelling tussen gemeenten als het gaat om rolstoelverstrekking aan mensen met een complexe aandoening. Ondanks dat een groot deel van de verstrekkingen probleemloos verloopt, kampen verschillende burgers toch met problemen. In dit blog ga ik specifiek in op de rolstoelverstrekking voor cliënten met een complex ziektebeeld.
Samenwerken als uitgangspunt voor maatwerk
In essentie is verschil in uitvoering natuurlijk niet problematisch. Dat wordt het wel als blijkt dat ze van negatieve invloed zijn op het uiteindelijke doel van de Wmo, namelijk: burgers laten participeren in de maatschappij en de samenleving en zelfredzaamheid vergroten. Wanneer burgers vanuit de gemeente niet goed worden gecompenseerd voor hun beperkingen, leidt dit tot meer maatschappelijke en hogere medische kosten en/of problemen.
Omdat gemeenten deels zelf kunnen bepalen hoe het beleid wordt vormgegeven, kunnen bijvoorbeeld verschillen bestaan in de mate waarin de medische gegevens al dan niet in acht worden genomen bij de indicatiestelling. Merkwaardig, niet?
Hogere tevredenheid bij samenwerking stakeholders
Vanuit de gemeente bezien lijkt het rolstoelenproces eenduidig en structureel te verlopen. Maar cliënten en leveranciers stellen tegen verschillende ambiguïteiten aan te lopen. Medisch advies wordt niet altijd in acht genomen én aan de wensen van burgers kan ook niet altijd tegemoet worden gekomen. Wanneer stakeholders, zijnde gemeente, cliënt, leverancier en zorgaanbieder beter samenwerken, ontstaan er minder conflicten en geeft het een hogere mate van tevredenheid voor alle betrokken partijen.
Een foutieve indicatie wordt gesteld leidt tot meer zorgvraag en meer zorgkosten. Menselijk en economisch gezien niet zo’n goede keuze.
Neem bijvoorbeeld een dwarslaesie patiënt. De houding en zitpositie van een patiënt die gediagnostiseerd is met een complex ziektebeeld aangaande het bewegingsapparaat zijn cruciaal. Indien medische gegevens niet worden meegenomen en er een foutieve indicatie wordt gesteld of een verkeerde rolstoel wordt toegekend, leidt dit tot meer zorgvraag en dus meer zorgkosten. Menselijk én economisch gezien niet zo’n goede keuze.
Knelpunten onderzocht in samenwerking met Sint Maartenskliniek
De hierboven beschreven knelpunten roepen vragen op: waarom bestaan er gemeentelijke verschillen aangaande het rolstoelenbeleid? Waarom doen er zich tekortkomingen voor? Wie draagt de kosten van de toenemende zorgvraag naar aanleiding van een foutieve rolstoelverstrekking? Deze vragen hebben mij (in samenwerking met de Sint Maartenskliniek) ertoe gezet in 2017 onderzoek te doen naar de implementatie van het rolstoelenbeleid in gemeenten. Meer lezen over dit onderzoek? Een link naar de thesis is te vinden in onderstaande whitepaper.
Meer lezen over opvallende bevindingen met betrekking tot rolstoelverstrekking? Download hier de whitepaper: